Trekvis
De Rijn, de uiterwaarden en zijn zijrivieren zijn een zeer belangrijk leefgebied voor trekvissen als zalm, aal en fint en andere typische stroming minnende vissen in Noordwest Europa. De afgelopen decennia zijn de populaties trekvissen steeds verder onder druk komen te staan en achteruitgegaan.
Trekvissen zijn indicatoren voor gezonde rivieren. Het grensgebied Nederland Duitsland behoorde tot het oorspronkelijke paaigebied. De project partners willen deze kennis graag samen met Duitse partijen uitbouwen en werken aan de ontwikkeling van een gezamenlijk Nederlands – Duits gedragen trekvis actieplan. Hiervoor worden in dit project de volgende maatregelen uitgevoerd voor kennisontwikkeling en communicatie:
Vanuit de diverse programma’s om trekvissen te beschermen (Kaderrichtlijn Water, Europees Aal Herstelplan, Flora en Fauna wetgeving, Visserij wetgeving etc.) is het noodzaak om een goed beeld van de huidige situatie en de ontwikkeling van de trekvispopulatie te hebben. Maatregelen kunnen anders niet op hun effect worden beoordeeld. Daarbij zijn trekvissen een belangrijke referentie van de totale Rijn visgemeenschap. Een positieve populatieontwikkeling van de trekvissen is alleen mogelijk als de rivier qua passeerbaarheid, connectiviteit, waterkwaliteit en rivier habitat op orde is.
Het GBRA project gaat de kennisbasis over de trekvissen in de Rijn versterken. Het richt hierbij op de volgende kernzaken:
De monitoring van trekvissen (trekkend tussen zoet en zout water; en visa versa) zoals paling (Anguilla anguilla), zalm (Salmo salar), steur (Acipenser sturio, prikvissen (Petromyzon marinus, Lampetra fluviatilis), elft (Alosa alosa) en houting (Coregonos oxyrinchus) is veeleisend. Hun lange trekroutes tussen zoet water en mariene habitats, in verschillende ontwikkelingsstadia, maken het moeilijk een totaalbeeld te ontwikkelen en de monitoring op te nemen in gestandaardiseerde monitoringsprotocollen en algemene visserij- en beheersactiviteiten. De beschikbare data over de ontwikkeling van de populaties van de trekvissen in de Rijn zijn daarbij beperkt en behoeven een specialiseerde en beproefde monitoringsmethode.
De projectpartners organiseren 4 internationale Kennisateliers die invulling geven aan netwerkontwikkeling en kennisuitwisseling over trekvissen en otters. Per kennisatelier wordt ingezet op tientallen deelnemers van verschillende Nederlandse en Duitse organisaties. Tussen de kennisateliers voeren de partners hun activiteiten uit die in de ateliers worden gedeeld. Hierbij richten we ons onder meer op evaluatie van trekvis experimenten, analyse kansen knelpunten in de Rijn, analyse scheepvaart en trekvissen en communicatie.
Ankerkuilvisserij Waal
Sportvisserij Nederland zet zich samen met de partners in voor kennisontwikkeling over trekvis. Daarbij zetten we ons in voor het herstel van de steur in de Rijn. Ook willen we onderzoek doen naar sterfteoorzaken bij schieraal, die soms met tientallen tegelijk op de oevers van de Rijn gevonden worden. Tot slot willen we nagaan of de historische ankerkuil een goed vangtuig is om migrerende trekvis die de rivier afzakt in beeld te brengen.
De ankerkuil zetten we daarom viermaal vier dagen in, in de Waal bij Tiel. Doel daarvan is om in beeld te brengen welke percentage van de naar zee migrerende schieraal gewond is of al dood en welke migrerende vissoorten nog meer worden aangetroffen. Een bijvangst van het onderzoek met de ankerkuil is het in beeld brengen van de hoeveelheid plastic afval dat door de Waal gaat.