Meestromende nevengeulen verbeteren het riviersysteem, maar vergen lange adem
Op 8 november zijn zo’n 30 Duitse en Nederlandse rivierspecialisten in Fort Pannerden bij elkaar gekomen om kennis en ervaring omtrent nevengeulen langs de Rijn(takken) met elkaar te delen. De historische en waterhuishoudkundige setting van Fort Pannerden nabij het punt waar de Rijn zich splitst in de Waal en de Nederrijn en IJssel gaf veel inspiratie om ideeën uit te wisselen. In de ochtend ging Jaring van Rooijen (Staatsbosbeheer) in op de Lessons Learned bij een gerealiseerde nevengeul langs de Waal; een proces van bijna 20 jaar. Dhr. Klingel (Bezirksregierung Düsseldorf) ging in op de planvorming (prioritering, knelpunten en uitdagingen) bij geulaanleg in het Duitse deel van de Rijn. Michiel van de Bergh (Wereld Natuur Fonds) benadrukte het belang van een meer natuurlijke en duurzamer riviersysteem: Levende Rivieren.
Na een mooie excursie door de droogliggende nevengeul van de Klompenwaard tijdens de lunchpauze, werd er ’s middags hard gewerkt aan het ontwikkelen van ideeën voor (meestromende) nevengeulen in drie specifieke gebieden (Gendtse Waard, Salmorth/Schenkenschanz en Kijfwaard). Daarbij werd vooral gesproken over: Waarom hier een nevengeul? Welke doelen kunnen er bereikt worden? Wat zijn belangrijke randvoorwaarden of andere functies waarmee rekening gehouden dient te worden? Hoe kan een ontwerp voor een nevengeul er hier uit zien?
Inspirerend om van diverse mensen verschillende invalshoeken en dilemma’s te horen. De boodschap is duidelijk geworden: Meestromende nevengeulen verbeteren het riviersysteem, maar het vergt een lange adem om ze daadwerkelijk te realiseren in onze sterk genormaliseerde en bevaren riviersysteem.